Als je afscheid neemt van je klasgenoten met de woorden: “Ik ga een paar maanden bij jullie weg om aan mijn angsten te werken.”.....
Als je bedenkt dat je een nepplantje wilt kopen bij de Action, om je kamertje op de dagbehandeling wat op te fleuren .....
Als je vastberaden in de taxi stapt om naar de dagbehandeling te gaan, terwijl je een paar jaar geleden van angst onder het dashboard kroop in de taxi .....
Als je van streek bent, omdat het avondeten helemaal anders was dan thuis en je toch de volgende ochtend weer vol goede moed de taxi instapt .....
Als je de eerste dag van de dagbehandeling ‘s middags gewoon ook naar je budoles gaat .....
Als je thuiskomt van de dagbehandeling en straalt: “Mama, het was fijn daar.” .....
Dan is er Kracht .....
Daar stond Zoon. Voor het digibord. Met zijn traktatie. Afscheid van zijn klas. Rustig keek hij de kinderen aan: “Ik ga een paar maanden bij jullie weg om aan mijn angsten te werken.” Ademloos luisterde ik. Mijn kind. Hij gaat ervoor. Hij wil het niet meer. De angst. Hij wil er aan werken. Hij is gemotiveerd. Nu is het genoeg geweest. Hij grijpt de kans met twee handen. “Mam, ik weet niet of het gaat lukken dat ik ook weer naar school durf.” Dat is nog een brug te ver voor hem. Dat mag. Eén ding tegelijk.
Daar stond Zoon. En Zus. Samen bekeken we de ruimte van de dagbehandeling. Fijn dat Zus ook mee mocht. Haar school vond het goed. Wat een begrip. Ze vroeg het zelf: “Waarom mag ik geen vragenlijsten invullen? Ik hoor er toch ook bij? Ik weet ook alles over mijn broertje.” Ze heeft gelijk. We doen het samen. Als gezin. Vanzelfsprekend is ze erbij. Ze is er juist bij!
Een uur geleden kwam Zoon thuis. Met een ontspannen gezicht. “Ik heb gevoetbald.”, zei hij blij. “En ze hebben vandaag gezegd dat het niet erg is als ik het eten niet durf te eten. Dan zit ik er gewoon gezellig bij, mam.”
De zeepbelweken zijn voorbij. De krachtweken zijn begonnen. En Kracht heeft Zoon. Met een hoofdletter K!
Maak van een mug een vlinder, elke dag weer.